|
Sessie 1 – Mensenrechten realiseren op de plek waar je woont. Autonomie en vrijheid voor iedere persoon met een handicap.
Zorg en ondersteuning voor personen met een handicap kent een geschiedenis van institutionalisering. Een repressieve institutionele cultuur in de woon- en leefomgeving van burgers met een handicap komt hierbij vaak voor. Er kan een tekort zijn aan kwaliteitsvolle ondersteuning en zorg, die essentieel is bij volwaardige deelname aan de samenleving. Er zijn ook vaak omstandigheden die het moeilijk maken om er in de samenleving bij te horen. Autonomie en vrijheid worden ingeperkt.
Als reactie op de schending van mensenrechten wordt tijdens de laatste decennia de-institutionalisering vooropgesteld. Gestuwd door activisme, beleid en onderzoek zijn mensenrechtenkaders essentieel om de autonomie en vrijheid van personen met een handicap te garanderen.
In 2006 werd in dat licht het Verdrag van de Verenigde Naties voor de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH) aangenomen. In 2009 werd het Verdrag geratificeerd door België. Mensenrechten bieden zo een sterk kader voor de-institutionalisering, maar sociale verandering blijft moeilijk te realiseren. Tijdens de workshop gaan we dieper in op de verschillende uitdagingen en onze gezamenlijke zoektocht om mensenrechten te realiseren op de plekken waar je als burgers met een handicap woont.
|
Guislain
|
18-10-2024 10:45 - 12:30
|
85.00
|
30
|
|
Sessie 2 – Woon- en leefruimte: de inrichting en uitbouw van de nieuwe institutionele werking
Zorgrelaties zijn a-priori precair, omdat ze zijn gestoeld op inter-afhankelijkheid. Het is nooit gemakkelijk om de juiste balans te vinden tussen het beheersbaar willen maken en het aanvaarden van een berekend risico en onverwachte wendingen. Wanneer we het de-institutionaliseringsproces een kans willen geven, moet niet alleen rekening worden gehouden met de bevindingen van de professionele zorgverstrekker maar ook de zorgontvanger.
De huidige regelgeving kan in dit verband kritisch worden doorgelicht. Normeringen en technische richtlijnen zijn er doorgaans op gericht om het welzijn en de gezondheid van zorgbehoevende te bevorderen, maar ook om veiligheid te garanderen, het gevaar in te perken en de controle te verhogen. In zorginstellingen kunnen normen en technische eisen het effect zijn van heersende zorgparadigma’s en onverhoeds leiden tot stigmatisering.
Op welke manier kan door de architectuur en inrichting de verschillende zorgrelaties worden ondersteund? Hoe kunnen individuen, groepen, het zorgpersoneel zich de beschikbare ruimte toe-eigenen? Hoe kan de vraag naar veiligheid worden gecombineerd met een idee van zelfbeschikking en vrijheid? Wat is hierbij de functie van de architectuur (deuren, sloten, afsluitingen, de inrichting van het terrein, het meubilair) en wat is hun effect? Hoe organiseer je het leven in een organisatie (gaande van badkamer, zorg, onthaal, bureaus voor personeel, balustrade vormgeven als lambrisering, was- en eetkarren, etc.)? Wat is het vermogen van de nieuwe architectuur indien de professionele omkadering op ingesleten gedragspatronen verderbouwt? Op welke manier kunnen inrichting en een vernieuwde werking beter op elkaar worden afgestemd?
|
Guislain
|
18-10-2024 10:45 - 12:30
|
85.00
|
10
|
|
Sessie 3 – Buurt: makelen met zorg en ruimte voorbij de kavel
Tijdens de derde sessie willen we de voorziening niet langer beschouwen als een eiland, maar inbedden in de directe omgeving waarin het is gelegen: de buurt. Als organisatie kan de instelling op zoek gaan naar partners en maatschappelijke actoren om een samenwerking op te zetten.
Dit zijn in de eerste plaats partnerinstellingen waartussen mobiliteit en samenwerking kan worden georganiseerd bijvoorbeeld door bepaalde voorzieningen te delen. Het betrekken van de directe omgeving kan ook een eerste aanleiding zijn om buiten het strikt institutionele kader in de buurt van de instelling verankering te zoeken en een breder zorgnetwerk uit te bouwen als woon- en leefomgeving. Het is hierbij enerzijds van cruciaal belang om inzicht te krijgen in mogelijke partners en potentiële samenwerkingsverbanden, en anderzijds ook werk te maken van een ruimtelijk onderzoek.
Hoe leren we elkaar kennen en gaan we/blijven we praten met elkaar? Op welke manier kunnen we samen zorg realiseren en welke rol kan iedereen hierin spelen? Welke voorzieningen buiten de instelling maken deel van het netwerk? Hoe kunnen het nodige draagvlak voor de gewenste veranderingen scheppen? Hoe wordt de omgeving in de nabijheid van de voorziening in de werking betrokken? Welke diensten kunnen worden aangesproken? Wat is de rol van het publieke domein, tuinen en parken, de gemeente of de stad, bepaalde publieke diensten? Op welke manier kan er mobiliteit worden georganiseerd?
|
Guislain
|
18-10-2024 10:45 - 12:30
|
0.00
|
12
|